Wat heb ik nou aan mijn fiets hangen?
Ik heb ’s-ochtends mijn fiets weggebracht, bij Tom Schouten. Voor de jaarlijkse beurt. Die middag word ik gebeld. Een mededeling: de fiets staat klaar maar het wordt wel eens tijd voor nieuwe wielen. Er zit wat speling in de achteras en de remnaven zijn inmiddels wat uitgehold.
Als ik mijn fiets ophaal voel ik aan mijn naven. Verdomd, die zijn inderdaad een beetje hol.
“Kan ik er wel mee de bergen in?”, vraag ik.
“Ja, dat kan nog wel. We geven geen onveilige fiets mee.”
“Maar ik zou er niet meer te lang mee wachten”.
Ik reken af, neem mijn fiets weer mee naar huis, maar het voelt niet helemaal oké.
Een paar dagen later ga ik een rondje fietsen. Ik hoor een tikje, bij elke pedaalslag. Mijn fietsmaatje Petra hoort het ook. Maar waar komt het tikje vandaan?
“Ik denk dat het mijn patje weer is”, zeg ik.
“Zijn het niet je pedalen?”, vraagt Petra.
“Nee, dat denk ik niet. Ik denk mijn patje of mijn bracket.”
Ik breng mijn fiets terug naar Tom Schouten met de mededeling dat er een tikje in zit. Waar het tikje zit?, geen idee. Mécanicien Willy neemt de fiets mee naar buiten en komt even later terug. “Ik hoor geen tikje, maar in je achterwiel zit wel een kraakje”, zegt hij.
Huh?
Oké, achterwiel eruit, ander achterwiel erin, en ik proberen. Geen kraakje, maar wel nog dat tikje. Bij elke pedaalslag.
Als ik weer in de winkel ben, laat hij de speling in het achterwiel zien. Dat overtuigt mij van mijn gevoel toch maar nieuwe wielen aan te schaffen. Financieel is dat even slikken.
“Laat hem maar hier, dan lopen we hem weer helemaal na.”
Een dag later loop ik de winkel weer in.
“Ik pak hem even”, zegt Willy.
Hij verdwijnt in een onduidelijke magazijnachtige ruimte naast de winkel en rolt even later mijn fiets tevoorschijn. Er zitten nieuwe wielen onder. Op het eerste gezicht ziet dat er niet slecht uit. Strak en stoer, met die hogere velgen.
Hij begint te vertellen: bracket opengehaald, niks gevonden; zadelpen opnieuw ingevet, geen resultaat; achterpatje opnieuw vastgezet; geen effect; linkerpedaal gecheckt, geen tikje, wel wat speling; rechterpedaal gecheckt, héé, daar is het tikje. Ik kijk naar mijn pedalen. Die zijn nieuw. Zwart en strak.
“Ik wil hem nooit meer zien”, roept mécanicien Dennis lachend vanaf een paar meter verderop naar mijn fiets. Ze zijn er lang mee bezig geweest, maar rekenen desondanks geen arbeidsloon. Dat is hun eer te na.
Het achterwiel en de oude pedalen verdwijnen in de bak met oud metaal, en het voorwiel en de binnenbanden, die ik vanwege mijn nieuwe, hogere velgen niet zelf meer kan gebruiken, neem ik mee naar huis.
Als ik thuiskom, kan ik mijn nieuwsgierigheid niet bedwingen. Ik trek mijn fietskleren aan en rij een klein testrondje. Aanzetten, remmen, aanzetten, remmen. Door scherpe bochten en over kleine klimmetjes in de duinen. Over asfalt, over keitjes, over hobbels, richels en verkeersdrempels.
Geluidloos.
Een paar honderd euro armer maar blij.