Ribagorza! (2)
Erge bergen 33: Puerto de Espés
Weet je wat ook zo leuk is aan het fietsen in de Ribagorza? Dat ze op veel klimmetjes bordjes langs de weg hebben gezet met daarop allerlei informatie over de klim. Hoe hoog je bent, hoe ver het nog is en hoe steil het in de komende kilometer zal zijn. Verwachtingenmanagement van de regionale VVV. Leuk en handig.
Als ik op mijn tweede fietstocht door de Ribagorza de vijf tunneltjes ben gepasseerd (nu wel met zadeltasje met achterlichtje), sla ik even later linksaf, richting Laspaúles. De smalle weg gaat steil omhoog, met 10-12%. Haarspeldbocht na haarspeldbocht. Na zes haarspeldbochten vlakt de weg wat af en gaat het op en neer langs Espés. Het asfalt is slecht. Na een paar kilometer gaat er een weg rechts naar Espés Alto. Het kaartje dat ik bij me heb suggereert dat ik deze weg moet nemen om binnendoor naar Laspaúles te steken, maar dat is een vergissing: de korte, steile klim brengt me in het gehucht waar de weg doodloopt. Een blaffende hond, wat scharrelende en kakelende kippen, verder niets. Terug dus en gewoon de weg vervolgen. Even later ben ik op de top van de Puerto de Espés (1455 m). Ik stop even om een foto te maken, en voel dat ik het heel warm heb. De zon begint inmiddels behoorlijk te branden.
Een bochtige afdaling, dan weer een stukje omhoog, en dan kom ik op de N260. Rechtsaf, weer rustig omhoog, door Laspaúles en nog iets verder omhoog tot … hé, het heeft een naam: Puerto de Espina (1407 m). Ik krijg hier zomaar een pas cadeau. Dan de afdaling in. Een schitterende afdaling, dat moet gezegd. Goed asfalt, bochtig maar overzichtelijk. Hoe ver het naar beneden gaat, geen idee, naar mijn smaak iets teveel, want ik moet om terug te fietsen ook nog de Puerto de Bonansa over.
Hèhè, daar is de afslag naar Bonansa. Mijn hoogtemeter geeft 920 meter aan, dat wordt dus weer 450 meter klimmen. En dat in de inmiddels brandend hete zon, mijn thermometer geeft 37 graden aan. Mijn bidonnen zijn leeg.
Na een tijdje rijd ik langs het dorp Bonansa en zie een jonge vrouw langs de weg bezig in haar tuin. Ik vraag of er in Bonansa een barretje is waar ik wat kan drinken. Dat is er, maar dan moet ik wel naar boven fietsen. Even door het dorpje met 14% naar boven. Een barretje, een koud blikje cola en een toilet. Koud water over mijn gezicht, in mijn nek en in mijn bidonnen. De twee enorme ijsblokken in mijn glas transplanteer ik naar één van mijn bidonnen. Even zitten op het terras en dan weer verder, het dorp weer uit en nog een klein stukje klimmen naar de pas.
Dan weer die geweldige afdaling van twee dagen eerder, de tunneltjes en de lange brede weg terug naar de camping. Als ik aankom staat er 72 kilometer en 2300 hoogtemeter op de teller. Heerlijk gefietst.
Ribagorza!